weggaan - Werkwoord
1. ergatief zich ergens vandaan begeven
♢ We moeten nu echt weggaan, anders komen we niet meer op tijd.
2. ergatief uitgaan, feesten
♢ Wilde jij vanavond nog weggaan?
3. ergatief uit een relatie stappen
♢ De vriendin van de buurman is gisteren bij hem weggegaan.
Woordherkomst
samenstelling van weg(bijwoord) en gaan
Synoniemen
[1] vertrekken, aftaaien
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: