Gepubliceerd op 31-10-2017

voorzanger

betekenis & definitie

voorzanger - Zelfstandignaamwoord
1. zanger die bij een optreden iets zingt, waarop een koor hetzelfde zingt of een gezongen antwoord geeft
De meeste van deze liederen hadden de bekende call-and-response-zangstructuur: de voorzanger zingt een couplet dat door de anderen herhaald wordt.
2. (religie) bij kerkdiensten iemand die als eerste of enige zingt, meestal nagevolgd door de gemeente of het koor
Hij trad daar overigens ook op als voorzanger, in een van de twee protestantse kerken, misschien wel in allebei.

Woordherkomst
(erfwoord) van Middelnederlands voresanger; op te vatten als afleiding van voorzingen met het achtervoegsel -er of samenstelling van voor en zanger

Synoniemen
cantor (christelijk)
chazan, chazzen (joods)