Gepubliceerd op 31-10-2017

vitaal

betekenis & definitie

vitaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. vol levenskracht
Hij is een vitale ouwe baas.
2. van levensbelang
Het behoud van dat steunpunt was van vitaal belang voor de oorlogsvoering.

Woordherkomst
hier komt de etymologie van het woord-->

Synoniemen
levenskrachtig