Gepubliceerd op 31-10-2017

vertrouwen

betekenis & definitie

vertrouwen - Zelfstandignaamwoord
1. (psychologie) het geloof in betrouwbaarheid van een persoon of zaak
Ik heb alle vertrouwen in je.

vertrouwen - Werkwoord
1. (ov) geloven in de betrouwbaarheid van een persoon of zaak
Wij zullen je voortaan meer vertrouwen.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van 'vertrouwen' (ww) (met het voorvoegsel ver-)

Verwante begrippen
confidentie, fiducie, geloof, fiducie hebben in, toevertrouwen, vertrouwen hebben in, vertrouwen stellen in