Gepubliceerd op 31-10-2017

vaarwater

betekenis & definitie

vaarwater - Zelfstandignaamwoord
1. dat gedeelte van een water waar een vaartuig, hoe klein ook, kan varen
Omdat het gedrag van een netwerk bepaald wordt door de som van de gedragingen van de delen en de relaties tussen die delen, is bij Rijkswaterstaat kennis verdwenen over het gedrag van de netwerken. Geen wonder dat niemand meer weet dat als de stuw bij Grave het begeeft, er bij Heumen iets moet gebeuren om nog wat vaarwater in het Maas-Waal-kanaal te houden.

Woordherkomst
samenstelling van vaar(werkwoord) en water

Uitdrukkingen en gezegden
♦ in iemands vaarwater zitten
iemand hinderen of tegenwerken, concurreren

Synoniemen
diep, kanaal