uitschakelen - Werkwoord
1. (ov) buiten competitie stellen
♢ Onze ploeg werd pas in de finale uitgeschakeld.
2. (ov) door andere schakeling deactiveren
♢ Het toestel was al uitgeschakeld.
Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en schakelen(werkwoord)
Synoniemen
[2] afschakelen, uitzetten
Antoniemen
[2] inschakelen
Gepubliceerd op 31-10-2017
uitschakelen
betekenis & definitie