uitleggen - Werkwoord
1. (ditr) iets doen begrijpen
♢ De leraar ging de leerstof aan de leerlingen uitleggen.
2. (ov) iets groter, langer of ruimer maken
♢ Hij zou dat kledingstuk voor ons uitleggen.
3. (ov) iets leggend uitspreiden
♢ Zij ging gisteren de loper uitleggen voor de directeur van het bedrijf.
Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en leggen(werkwoord)
Synoniemen
verklaren, duiden, uit de doek|doeken doek
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: