uithalen - Werkwoord
1. (ov) (iets ~) een opmerkelijke daad plegen
♢ Hij heeft weer flink kattenkwaad uitgehaald.
2. (ov) (iets ~) een brei- of haakwerkje ontdoen
♢ Ik heb een stuk weer uitgehaald omdat ik een steek had laten vallen.
3. (inerg) (~ naar) een slag doen, al of niet overdrachtelijk
♢ De dominee van de kandidaat haalde flink naar zijn eigen kerkgenoot uit.
Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en halen(werkwoord)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: