Gepubliceerd op 01-11-2017

uitgang

betekenis & definitie

uitgang - Zelfstandignaamwoord
1. een weg waarlangs men een ruimte verlaten kan
De uitgang werd bewaakt door een bewaker.
2. (taalkunde) aantal letters achter de stam van een woord als vervoegings- of verbuigingselement
3. (techniek) aansluiting van elektrisch apparaat waar een signaal naar buiten wordt geleid

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van uitgaan.

Synoniemen
uitweg

Antoniemen
ingang