Gepubliceerd op 01-11-2017

uitdrukkelijk

betekenis & definitie

uitdrukkelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. met nadruk
De docent had op de nadrukkelijkste wijze gezegd dat het huiswerk op tijd moest worden ingeleverd, toch hadden lang niet alle leerlingen dat gedaan.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van uitdrukken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Synoniemen
beslist, expliciet, pertinent,

Verwante begrippen
duidelijk, stellig