troon - Zelfstandignaamwoord
1. (adel) zetel waar een vorst op zit tijdens formele plechtigheden
2. (figuurlijk) het koningschap
troon - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tronen
♢ Ik troon
2. gebiedende wijs van tronen
♢ troon!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tronen
♢ troon je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: