Gepubliceerd op 01-11-2017

trigonaal

betekenis & definitie

trigonaal - Bijvoeglijk naamwoord
1. (wiskunde) driehoekig
2. (kristallografie) als hoofdas van de rotatiesymmetrie ten hoogste een drietallige as bezittend, in welke richting ook een van de primitieve translaties zich bevindt indien er sprake is een van een ruimtegroep
De eenheidscel van een trigonale symmetrie heeft twee rechte hoeken en een hoek van 120 graden, net als bij een hexagonale symmetrie, maar de rotatiesymmetrie is lager dan hexagonaal.

Woordherkomst
afgeleid van het Griekse 'gōnia' (hoek) met het voorvoegsel tri- met het achtervoegsel -aal