Gepubliceerd op 01-11-2017

triestig

betekenis & definitie

triestig - Bijvoeglijk naamwoord
1. somber makend
Het was vandaag triestig en regenachtig weer.
2. somber
Het triestige meisje moest huilen want haar hamster was overleden.

Woordherkomst
afleiding van triest met het achtervoegsel -ig

Synoniemen
droevig, miezerig, mistroostig, treurig

Antoniemen
vrolijk