Gepubliceerd op 01-11-2017

tranenloze

betekenis & definitie

tranenloze - Bijvoeglijk naamwoord
1. verouderde spelling of vorm van traneloze van vóór 2006
Hij smeekt Gods mildheid af, dat zij mogen wenen, wenen, zodat zij door hun sluier van tranen niet kunnen zien hoe de geest het lichaam verlaat, het laatste beven, de diepe stilte en hij beklaagt, wee, wee, de tranenloze toeschouwer, die zich in de nabijheid van het sterven waagt en voor het leven lang erdoor getroffen wordt.

Woordherkomst
tranenloos met de uitgang -e