Gepubliceerd op 01-11-2017

toonbaar

betekenis & definitie

toonbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. dat iets in het opebaar getoond kan worden
De vrouw vond dat haar man eerst toonbare kleiding moest aantrekken voordat ze met hem ging wandelen.

Woordherkomst
afleiding van Naamwoord van handeling tonen met het achtervoegsel -baar

Synoniemen
netjes