tomaat

betekenis & definitie

tomaat - Zelfstandignaamwoord
1. (groente) (voeding) een eetbare vrucht van de tomatenplant
♢ In Nederland groeien tomaten in kassen.
2. (plantkunde) Lycopersicon esculentum Solanum lycopersicum uit Zuid-Amerika afkomstige nachtschadeachtige plant waaraan bovengenoemde vruchten groeien
3. (kleur) de zachte rode kleur van tomaten

Woordherkomst
Via het Spaanse tomate afgeleid van xitomatl (Nahuatl)

Synoniemen
[1] liefdesappel
[3] tomaatkleurig