Gepubliceerd op 01-11-2017

tiran

betekenis & definitie

tiran - Zelfstandignaamwoord
1. heerser, meest bij de gratie van een schrikbewind
2. alleenheerser met onbeperkte macht in de oude Griekse stadstaten

Woordherkomst
Van Grieks τύραννoς = koning, alleenheerser. Leenwoord uit onbekende taal (Lydisch? Etruskisch?)

Synoniemen
dwingeland, despoot