Gepubliceerd op 01-11-2017

tiende

betekenis & definitie

tiende - Rangtelwoord
1. nummer tien in een rij
Hij werd tiende op de Olympische Spelen.
2. gedeeld door tien, tien procent
De tiende penning was een gehate belasting.

tiende - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) tijdsduur van 0,1 seconde

tiende - Zelfstandignaamwoord
1. (religie) (joods) Bijbelse verplichting een tiende van de opbrengsten van het land aan de priesters af te staan
Ook alle tienden des lands, van het zaad des lands, van de vrucht van het geboomte, zijn des HEEREN; zij zijn den HEERE heilig.
2. (religie) (christelijk) kerkbelasting, gebaseerd op de Bijbelse verpllichting
3. (economie), (geschiedenis) belasting ter grootte van een evenredig deel van de opbrengsten, gegroeid uit de eerdere kerkbelasting

tiende - Zelfstandignaamwoord
1. tiende dag van een maand
2. (kaartspel) reeks van tien opeenvolgende kaarten in dezelfde kleur

Woordherkomst
afgeleid van het hoofdtelwoord tien met het achtervoegsel -de

Synoniemen
tiend
[2] tienkaart