Gepubliceerd op 01-11-2017

tetraëder

betekenis & definitie

tetraëder - Zelfstandignaamwoord
1. (wiskunde) een door vier gelijkzijdige driehoeken ingesloten lichaam
Op die pagina's stonden verschillende tetraëders afgebeeld.

Woordherkomst
afgeleid van het Griekse 'hedra' (zetel, vlak) met het voorvoegsel tetra-

Verwante begrippen
viervlak