Gepubliceerd op 01-11-2017

tennis

betekenis & definitie

tennis - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) balsport

tennis - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tennissen
♢ Ik tennis
2. gebiedende wijs van tennissen
tennis!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tennissen
tennis je?

Verwante begrippen
balspel
Zie ook
Tennis