Gepubliceerd op 01-11-2017

systeembouwer

betekenis & definitie

systeembouwer - Zelfstandignaamwoord
1. (bouwkunde) (beroep) een bouwer van systeembouw
Van de aanvang af moet het plan worden opgezet in samenwerking met het bedrijf van de systeembouwer, wiens systeem zal worden toegepast.
2. (elektronica) een bouwer van computersystemen
3. (filosofie) een bouwer van filosofische systemen
Kant en Hegel werden in de 19e eeuw als de grootste systeembouwers van hun tijd.
4. (informatica) een bouwer van informatiesystemen
De systeembouwer verzamelt alle veranderingen die de gebruiker heeft aangegeven en verfijnt het prototype.
5. (wetenschap) een bouwer van wetenschappelijke systemen
Talcott Parsons: systeembouwer van de sociologie.

Woordherkomst
samenstelling van systeem en bouwer

Verwante begrippen
systeemanalist, systeembeheerder, systeemontwerper, systeemtheoreticus