Gepubliceerd op 01-11-2017

struiken

betekenis & definitie

struiken - Werkwoord
1. (plantkunde) een struik gaan vormen, dicht bij de grond scheuten of blaadjes krijgen
Door het mooie weer begon het gras al vroeg in het jaar te struiken.
2. (verouderd) struikelen
Geen mens is zo wijs, of hij struikt wel op 't gladde ijs.

struiken - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord struik