strop - Zelfstandignaamwoord
1. lus van stevig touw, bedoeld om iemand mee op te hangen
♢ De strop is later vervangen door de elektrische stoel en de dodelijke injectie.
2. zakelijk avontuur dat tot groot verlies lijdt
♢ Daar had hij een grote strop aan.
strop - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroppen
♢ Ik strop
2. gebiedende wijs van stroppen
♢ strop!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroppen
♢ strop je?
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: