storten - Werkwoord
1. (ov) van enige hoogte ergens in laten vallen
♢ Er werd beton gestort.
2. (ov) geld in een rekening inbrengen
♢ Hij had gelukkig genoeg gestort om te voorkomen dat hij rood kwam te staan
3. (refl) zich ~ op zich volledig aan een bepaalde bezigheid gaan wijden
♢ Hij had zich voldoende op zijn wiskunde gestort en slaagde met een goed cijfer voor zijn tentamen.
storten - Bijvoeglijk naamwoord
1. uit stort, dun plaatstaal vervaardigd
storten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stort
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: