Gepubliceerd op 02-11-2017

storten

betekenis & definitie

storten - Werkwoord
1. (ov) van enige hoogte ergens in laten vallen
Er werd beton gestort.
2. (ov) geld in een rekening inbrengen
Hij had gelukkig genoeg gestort om te voorkomen dat hij rood kwam te staan
3. (refl) zich ~ op zich volledig aan een bepaalde bezigheid gaan wijden
Hij had zich voldoende op zijn wiskunde gestort en slaagde met een goed cijfer voor zijn tentamen.

storten - Bijvoeglijk naamwoord
1. uit stort, dun plaatstaal vervaardigd

storten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord stort