stoel - Zelfstandignaamwoord
1. een zitmeubel voor één persoon met een rugleuning
♢ Halen jullie de stoelen even naar buiten, dan gaan we buiten eten.
2. wortelstel met stengelvoet van een plant (-> bananenstoel)
3. onderstel waar iets op rust (-> dakstoel, klokkenstoel, zaagstoel)
stoel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stoelen
♢ Ik stoel
2. gebiedende wijs van stoelen
♢ stoel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stoelen
♢ stoel je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ in zijn stoel neerploffen
Synoniemen
fauteuil, kruk, zetel
Verwante begrippen
tafel
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: