stil - Bijvoeglijk naamwoord
1. geen of weinig geluid producerend
2. onbeweeglijk
3. rustig, kalm
stil - Bijwoord
1. op stille wijze
♢ Stil maakte hij zijn examen af en leverde het in.
2. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
♢ stilvallen: Plotseling viel de wind stil.
stil - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stillen
♢ Ik stil
2. gebiedende wijs van stillen
♢ stil!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stillen
♢ stil je?
Antoniemen
[1] luid
[3] druk, bruisend
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: