Gepubliceerd op 02-11-2017

stemming

betekenis & definitie

stemming - Zelfstandignaamwoord
1. een mentale of emotionele toestand
De stemming van de vergadering sloeg om na de beschuldiging van de voorzitter.
2. het uitbrengen van de stem, bijvoorbeeld bij verkiezingen
3. (financieel) de heersende mening over de toestand van de markt
4. (muziek) de hoogte van de standaardtoon en de onderlinge toonhoogteverhoudingen van een muziekinstrument of toonladder
Deze blokfluit is gemaakt in de gelijkzwevende stemming .

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van stemmen met het achtervoegsel -ing

Synoniemen
[1] humeur, gemoedsgesteldheid, luim

Verwante begrippen
[4] toonladder, temperatuur, toonstelsel