status - Zelfstandignaamwoord
1. (medisch) stand, toestand, dossier over patiënt in ziekenhuis
2. aanzien in de maatschappij
3. (juridisch) toestand met bepaalde rechtsgevolgen
status - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen
♢ Ik status
2. gebiedende wijs van statussen
♢ status!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van statussen
♢ status je?