spreken - Werkwoord
1. (inerg) zich met behulp van de stem uiten
♢ Hij sprak heel zachtjes.
2. (inerg) ~ over een bepaald onderwerp aansnijden
♢ Hij sprak daar met geen woord over.
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: spreken
Oudernederlands: sprekan
Germaans: *sprekanan
Uitdrukkingen en gezegden
♦ iemand niet te na gesproken
iemand, veelal uit respect, uitsluiten van de gedane uitspraak
♦ niet te spreken zijn over iets
ergens erg op tegen zijn, boos zijn over iets
♦ Spreken is zilver, zwijgen is goud.
soms kun je beter je mond houden
♦ Boekdelen spreken
iets zeer duidelijk kunnen zien, bv in iemand gezicht
♦ De prins spreken
Dronken zijn
♦ Een hartig woordje met iemand spreken.
♦ Iemand onder vier ogen spreken
praten met iemand zonder dat anderen erbij zijn
♦ In het huis van de gehangene spreekt men niet van de strop
♦ Met twee tongen spreken
niet eerlijk zijn
♦ Voor de vuist weg (spreken)
zonder voorbereiden iets moeten vertellen
Synoniemen
praten
Antoniemen
zwijgen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: