Gepubliceerd op 02-11-2017

snorren

betekenis & definitie

snorren - Werkwoord
1. (inerg) een snorrend geluid produceren
Het toestel snorde zachtjes.
2. zich snorrend voortbewegen
Hij kwam om de hoek gesnord.
3. ergatief zich op een snorfiets voortbewegen
Ik ben maar naar huis gesnord.

snorren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord snor