Gepubliceerd op 04-12-2017

omweg

betekenis & definitie

omweg - Zelfstandignaamwoord
1. de weg die langer is dan de gewone of kortste verbinding tussen twee plaatsen
Omdat de weg ten gevolge van een ongeluk was afgesloten, moest men een omweg maken om op de plaats van bestemming te komen.
2. nodeloze omhaal van woorden
Met veel omwegen trachtte de man zijn plannen duidelijk te maken.

Woordherkomst
samenstelling van om(bijwoord) en weg(zelfstandig naamwoord)