Gepubliceerd op 04-12-2017

naamval

betekenis & definitie

naamval - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde), (grammatica) een buigingsvorm van een naamwoord, lidwoord of telwoord die de functie van dat woord in de zin aangeeft
In het Duits worden vier naamvallen onderscheiden, namelijk de nominatief, de genitief, de datief en de accusatief.

Woordherkomst
samenstelling van naam en val

Synoniemen
casus