Gepubliceerd op 04-12-2017

meesterlijk

betekenis & definitie

meesterlijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zo heel goed als een meester zou doen, zo goed dat het de meesterproef zou doorstaan.
De pianist speelt meesterlijk.
Dat is een meesterlijk boek.

Woordherkomst
afgeleid van meester met het achtervoegsel -lijk

Synoniemen
virtuoos, uitmuntend, volmaakt, magistraal