Gepubliceerd op 04-12-2017

maagdelijk

betekenis & definitie

maagdelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. betrekking hebbende op een maagd
Het maagdelijke meisje was nog teer en onschuldig.
2. van dingen ongerept, teer
De maagdelijke, witte sneeuw lag wel een halve meter dik in onze tuin.

Woordherkomst
afgeleid van maagd met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Synoniemen
zuiver, rein, puur, onbesmet, smetteloos, ongebruikt, nieuw