Gepubliceerd op 04-12-2017

luistert af

betekenis & definitie

luistert af - Werkwoord
1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren
♢ Jij luistert af
2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren
♢ Hij luistert af
3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afluisteren
luistert af!

Woordherkomst
uit luistert (werkwoord) en af(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan