Gepubliceerd op 17-10-2017

Limburg

betekenis & definitie

Limburg - Eigennaam
1. (toponiem: provincie) een provincie in het zuiden van Nederland, die aan Gelderland, Noord-Brabant, Duitsland en België grenst
2. (toponiem: provincie) een provincie in België, in het oosten van Vlaanderen, die in Vlaanderen aan Vlaams-Brabant en de Antwerpen|provincie Antwerpen grenst, en verder aan Wallonië en aan de Nederlandse provincies Limburg en Noord-Brabant grenst
3. (toponiem) een stad in Duitsland (met volledige naam Limburg an der Lahn) in Hessen, vlak bij Rheinland-Pfalz
4. een voormalig hertogdom, een van de oude Nederlanden en een van de Zeventien Provinciën
5. een plaatsje in de Belgische provincie Luik (Limbourg)

Woordherkomst
De naam van de provincies komt van de Belgische vestingstad w:Limburg (Belgische stad)|Limburg, de hoofdstad van toenmalig hertogdom w:Hertogdom Limburg|Limburg. De naam van de stad is afgeleid van lint (draak, lintworm) en burg (burcht).

Synoniemen
[1] Nederlands-Limburg, Oost-Limburg
[2] Belgisch-Limburg, West-Limburg
[3] Limburg an der Lahn
[4] Hertogdom Limburg