leger

betekenis & definitie

leger - Zelfstandignaamwoord
1. (militair) een militaire strijdmacht
♢ Het leger trok van Spanje naar Nederland.
2. een ondiep kuiltje in het veld of onder begroeiing waar een haas, vos of hert in ligt

leger - Bijvoeglijk naamwoord
1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van leeg

leger - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van legeren
♢ Ik leger
2. gebiedende wijs van legeren
♢ leger!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van legeren
♢ leger je?

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van liggen ? met het achtervoegsel -er

Verwante begrippen
[1] armee, heer, heerschaar, troepenmacht, landmacht, [2] hol, konijnenhol, [1] legeer