Gepubliceerd op 04-12-2017

kamp

betekenis & definitie

kamp - Zelfstandignaamwoord
1. (n) een plaats waar een aantal troepen geruime tijd of permanent gehuisvest zijn.
De militairen gingen na hun ronde terug naar het kamp.
2. (n) een kampeerplaats met een groep van bij elkaar horende tenten.
We mochten niet van het kamp af.
3. (m) een persoon of groep die een overeenkomst, gevecht of strijd aangaat met een andere persoon of groep
Tot welk kamp behoor jij?
4. (m) wedstrijd
5. (m) afgegrensd veld

kamp - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kampen
♢ Ik kamp
2. gebiedende wijs van kampen
kamp!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kampen
kamp je?

Synoniemen
[1][2] kampement
[3] partij