Gepubliceerd op 04-12-2017

judo

betekenis & definitie

judo - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) een Japanse vechtsport, heden ten dage beoefend als wedstrijdsport
Judo is een van oorsprong Japanse vechtsport.

judo - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judoën
♢ Ik judo
2. gebiedende wijs van judoën
judo!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van judoën
judo je?

Woordherkomst
Japans leenwoord. Het woord betekent 'zachte weg', waarbij het woordje do (weg) verwant is aan tao en naast de betekenis 'manier' ook de connotatie heeft van 'levenspad'.

Verwante begrippen
dan, ippon, Japan, jiujitsu, kimono, tatami, vechtsport