Gepubliceerd op 04-12-2017

jagen

betekenis & definitie

jagen - Werkwoord
1. (ov) bewegende wezens proberen te vangen
2. (ov) (scheepvaart)(verouderd) het door mens of dier vanaf de wal slepen van schuiten
3. (intr) snel voortgaan

Woordherkomst
Afkomstig van het Middelnederlandse jāghen, verwant met het Middelnederduitse jāgen, Oudhoogduitse jagōn, Oudfriese jagia.

Verwante begrippen
jacht maken op, opdrijven, voortdrijven, [1] jacht, stropen, vangen, [2] slepen, trekken, [3] jakkeren, opschieten, zich haasten