Gepubliceerd op 04-12-2017

hangen

betekenis & definitie

hangen - Werkwoord
1. (inerg) zich in een positie los van de bodem bevinden en door een bevestiging aan een ander voorwerp voor vallen behoed worden
De appels hangen nog aan de boom.
2. (inerg) door ophanging -meest aan de nek- ter dood gebracht worden
Barbertje moest hangen''.
3. (ov) door ophanging -meest aan de nek- ter dood brengen
De misdadiger werd vroeg in de morgen gehangen.

hangen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hang