Gepubliceerd op 04-12-2017

genezen

betekenis & definitie

genezen - Werkwoord
1. ergatiefgezond worden, herstellen van ziekte of verwonding
Het was een wonder dat zij van deze dodelijke ziekte genazen.
2. (ov) iemand gezond maken, helen
Hij werd door een beroemd arts behandeld en genezen.

genezen - Bijvoeglijk naamwoord
1. weer gezond geworden
De genezen wond is nog wat gevoelig.

genezen - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van genezen

Woordherkomst
voltooid deelwoord van genezen

Uitdrukkingen en gezegden
♦ Voorkomen is beter dan genezen.
door voorzichtig te zijn kun je problemen en ongelukken voorkomen