Gepubliceerd op 14-11-2017

gek

betekenis & definitie

gek - Zelfstandignaamwoord
1. een persoon die (tijdelijk) iets raars doet
Wat een gek!
2. een persoon die (regelmatig) vreemde dingen doet, een dwaas
3. iemand met zeer lage intelligentie
4. (bouwkunde) een draaibare kap op een schoorsteen, die verhinderen moet dat de wind in de schoorsteen slaat

gek - Bijvoeglijk naamwoord
1. ongebruikelijk, raar, vreemd, ongewoon
2. bezittende een zeer lage intelligentie, krankzinnig
3. grappig.
4. knettergek.

gek - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gekken
♢ Ik gek
2. gebiedende wijs van gekken
gek!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gekken
gek je?

Synoniemen
gestoorde
dwaas, gestoord, humoristisch, mesjogge, mesjokke

Antoniemen
genie

Verwante begrippen
idioot, mongool, geniaal, vreemd, intelligentie, belachelijk, dol, dolzinnig, eigenaardig, krankzinnig, lachwekkend, mal, raar, ridicuul, stapel, uitzinnig, vreemd, vreemdsoortig, waanzinnig, wonderlijk, zot