Gepubliceerd op 14-11-2017

gedaante

betekenis & definitie

gedaante - Zelfstandignaamwoord
1. een menselijk figuur
Bovenop de heuvel verscheen een imposant gedaante''.
2. een uitwendige verschijning
Zeus nam de gedaante van een zwaan aan.

Woordherkomst
Afgeleid van het Middelnederlandse bijvoeglijk naamwoord gedaen (eigenlijk het voltooid deelwoord van doen; "een zeker uiterlijk hebbend") met het achtervoegsel -te.
Naamwoord van handeling van doen met het omvoegsel ge- -te