gebroken - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van breken
1. vormt de voltooide tijden
♢ Hij had het gebroken.
2. vormt de lijdende vorm
♢ Het werd gebroken.
3. attributief gebruikt
♢ Het gebroken glas werd opgeruimd.
4. attributief gebruikt
♢ Hij antwoordde in gebroken Nederlands
5. partitief gebruikt
♢ Al die jaren heeft ze iets duisters gehad, iets gebrokens.
6. bijwoordelijk gebruikt
♢ Gebroken en gedesillusioneerd trok hij zich terug.
gebroken - Zelfstandignaamwoord
1. (wiskunde) (verouderd) breuk
♢ Om aldus eene geheele hoeveelheid welke met een gebroken vervoegd is, tot één gebroken te brengen, vermenigvuldigt met de geheel hoeveelheid door den noemer van het gebroken, en voegt het beloop by den teller van het gebroken.
Woordherkomst
voltooid deelwoord van breken en een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /e/ - /oː/)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: