Gepubliceerd op 14-11-2017

gappen

betekenis & definitie

gappen - Werkwoord
1. (ov) (Jiddisch-Hebreeuws) (informeel) iets wegnemen van iemand en het zich wederrechtelijk toe-eigenen, stelen, pikken
Het bleek dat zijn mobieltje gegapt was door Ronald.

Woordherkomst
Herkomst: Bargoens

Synoniemen
stelen, jatten, klauwen, pikken