Gepubliceerd op 14-11-2017

frequentie

betekenis & definitie

frequentie - Zelfstandignaamwoord
1. aantal keren of herhalingen per tijdseenheid
Die tram rijdt met een frequentie van twee keer per uur.
2. (natuurkunde) (elektronica) het aantal perioden per seconde, trillingsgetal
In de elektrotechniek wordt de frequentie uitgedrukt in de SI-eenheid hertz (symbool Hz).
3. (statistiek) het aantal malen dat een bepaalde observatie gedaan is

Woordherkomst
afgeleid van frequent met het achtervoegsel -ie

Antoniemen
[2] periodeduur, periodetijd, golflengte

Verwante begrippen
[1] auto's per dag, beelden per seconde, dagelijks, maandelijks, omwentelingen per minuut, slagen per minuut, toeren per minuut, tweemaal daags, wekelijks, tweewekelijks, [2] hoogfrequent, laagfrequent, middelfrequent, draaggolf, fase, geluid, golflengte, kleur, lichtbron, periode, radio, straling, trilling, warmte, wisselspanning, wisselstroom, zender, zendkanaal