fitheid - Zelfstandignaamwoord
1. de lichamelijke en geestelijke conditie van iemand
♢ De zieke man moest hard werken aan zijn fitheid om de operatie te kunnen doorstaan.
♢ Voor een 31-jarige verdediger was Boulahrouz met een salaris van 118.070 euro per maand niet goedkoop, maar Sporting had alle vertrouwen in zijn fitheid. Boulahrouz wordt “nog steeds regelmatig opgeroepen voor het Nederlands elftal”, juichte de club.
Woordherkomst
afleiding van fit met het achtervoegsel -heid
Synoniemen
conditie, energie, gezondheid, welzijn, gezondheidstoestand
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: