Gepubliceerd op 14-11-2017

film

betekenis & definitie

film - Zelfstandignaamwoord
1. (natuurkunde) een dunne laag
De film van olie op het water gaf een regenboogeffect.
2. een dun en oprolbaar medium om beelden op te nemen in een camera
Met de opkomst van de digitale camera wordt er steeds minder film verkocht.
3. (filmkunst) een opname van bewegende beelden die een verhaal vertelt
"Stuart Little" is een bekende film.
4. (filmkunst) de filmindustrie
Werkt hij niet voor de film?
5. een vastgelegd bewegend beeld in een medium
Heb je dat op film? Ja, het staat hier op de harde schijf.

film - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filmen
♢ Ik film
2. gebiedende wijs van filmen
film!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van filmen
film je?

film - Bijwoord
1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
2. :filmkijken: Ik kijk graag film.