Gepubliceerd op 14-11-2017

feitelijk

betekenis & definitie

feitelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. zo niet op papier dan toch wel in werkelijkheid
Dit is een feitelijke erkenning van zijn ongelijk.
2. eigenlijk.

feitelijk - Bijwoord
1. zo niet op papier dan toch wel in werkelijkheid
Hij heeft feitelijk niets meer te vertellen.

Woordherkomst
Afgeleid van feit met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-